Voorwaarden
Algemene verhuurvoorwaarden BOVAG Aanhangwagenbedrijven
Deze Algemene Voorwaarden van BOVAG Aanhangwagenbedrijven zijn tot stand gekomen in overleg
met de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de SER Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg en treden in werking per 1 juli 2016.
BEGRIPSOMSCHRIJVING
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
Het gehuurde: de aanhangwagen en/of de andere zaak, inclusief de accessoires die worden gehuurd;
Aanhangwagen: een aanhangwagen als bedoeld in de Wegenverkeerswetgeving, niet zijnde een
caravan, met een maximaal totaal gewicht van 3500 kg. Een caravan is ingericht op het (tijdelijk)
verblijf van personen, waar de aanhangwagen uitsluitend bestemd is voor het vervoer van zaken of
paarden;
Huurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit;
Verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon lid van BOVAG Aanhangwagenbedrijven die als
verhuurder de huurovereenkomst sluit;
Consument: de huurder die een natuurlijk persoon is en de huurovereenkomst heeft gesloten voor
doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;
Schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van:
beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van het gehuurde of van toebehoren (zoals
sloten en sleutels van (compartimenten binnen) het gehuurde) of onderdelen daarvan. Tot deze
schade behoren onder meer de kosten van vervangen van (toebehoren en onderdelen van) het
gehuurde en het derven van huurinkomsten; met of door het gehuurde aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van
het gehuurde jegens derden aansprakelijk is;
Bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van
het gehuurde dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door
aanrijding met op het gehuurde bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond
bevinden;
Bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig dat het gehuurde trekt;
Schriftelijk: in geschrift of elektronisch;
WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Artikel 1 - Toepasselijkheid
Deze algemene voorwaarden gelden voor huurovereenkomsten van voertuigen tussen verhuurder en
huurder.
Artikel 2 - Het aanbod
1. Huurder mag kiezen of verhuurder een aanbod schriftelijk of mondeling doet.
2. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van:
- het gehuurde;
- de huurtermijn;
- de huursom;
- de wijze van betalen;
- de mogelijk bijkomende kosten, zoals schoonmaakkosten (zie art. 10 lid 2);
- de hoogte van het eigen risico, of dit eigen risico kan worden afgekocht of niet;
- de eventuele waarborgsom of andere manier van het stellen van zekerheid. De waarborgsom
kan contant of op een andere wijze worden betaald.
3. In het aanbod staan de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf
te bereiken is.
4. Bij het aanbod zitten deze algemene voorwaarden. Lukt het niet deze al mee te geven bij het
aanbod, dan worden de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst
meegegeven, maar bij een telefonisch gemaakte huurafspraak volgen ze later.
5. Op het zelfde moment dat het aanbod wordt gedaan, krijgt huurder ook te horen:
- welke trekkracht de trekkende auto zal moeten hebben,
- tot welk gewicht het gehuurde mag worden beladen,
- welk rijbewijs noodzakelijk is om met het gehuurde te mogen rijden.
Artikel 3 - De overeenkomst
1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. De verhuurder bevestigt de
mondelinge overeenkomst schriftelijk, maar als dat niet gebeurt, blijft de afspraak wel staan.
2. De huurovereenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst staat of
zoals op een andere manier overeengekomen. De huurovereenkomst vermeldt dag en tijdstip
waarop de huurperiode begint en eindigt.
3. Het kan zijn dat partijen afspreken dat er voor meer dan € 15.000,- aan waardevolle spullen met
het gehuurde vervoerd mogen worden. Het (eventueel verhoogde) maximum bedrag staat op de
huurovereenkomst. Ook wordt er verwezen naar een beperking op de aansprakelijkheid uit
art. 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden.
Artikel 4 - Ontbinding; Op elke ontbinding voor 24 aanvang van de huur word €20,- administratiekosten gerekend, ongacht de periode of het bedrag van huursom.Op elke ontbinding binnen 24u voor aanvang van de huur word de volledige huurkosten berekend.Artikel 5 - De prijs en de prijswijzigingen
1. De huursom en eventuele bijkomende kosten worden vooraf overeengekomen. Dit geldt ook voor
de eventuele mogelijkheid om tussentijds de prijs te kunnen veranderen. De huursom en de
eventuele bijkomende kosten komen duidelijk op de huurovereenkomst te staan.
2. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt, heeft
deze geen invloed op de afgesproken prijs.
3. De consument mag de overeenkomst ontbinden als de prijs omhoog gaat ná drie maanden na
het sluiten van de overeenkomst, maar voordat de huurperiode is begonnen.
4. Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals een
verhoging vanwege btw.
5. Tijdens de huurperiode betaalt de huurder de kosten vanwege het gebruik van het gehuurde.
6. Alleen kosten die afgesproken zijn, kunnen aan huurder in rekening worden gebracht. Wel moet
de huurder als daar een reden voor is aan de verhuurder schadevergoeding betalen.
Artikel 6 - De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode
1. Huurder moet het gehuurde op de dag en tijd waarop de huurperiode eindigt terugbrengen. Het
adres staat op de huurovereenkomst. Is er een ander adres afgesproken, dan moet het gehuurde
daar op tijd worden gebracht. Verhuurder moet het gehuurde, tijdens openingstijden, in ontvangst
nemen.
2. De huurder mag het gehuurde slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden
of op een ander adres terugbrengen.
3. Afspraken over het eerder terugbrengen van het gehuurde binnen de overeengekomen
huurperiode zijn vrijblijvend.
4. Komt het gehuurde niet volgens afspraak terug na het einde van de (eventueel verlengde)
huurperiode, dan kan de verhuurder het gehuurde onmiddellijk terugnemen. De contractuele
verplichtingen van de huurder blijven bestaan tot het moment dat het gehuurde aan verhuurder
terug is gegeven.
5. Als huurder het gehuurde niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de huurder 20% van de
daghuurprijs in rekening brengen voor elk uur dat het gehuurde te laat terug komt. Na
overschrijding met vijf uur kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden gebracht.
Daarnaast kan de verhuurder om een vergoeding voor schade vragen, zowel voor schade die
bestaat, als voor schade die nog zal volgen. Als het onmogelijk is en blijft het voertuig terug te
geven, dan wordt geen hogere huurprijs in rekening gebracht. De verhoging van de huurprijs
geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van
overmacht.
Artikel 7 - Annulering
- bij annulering vanaf minder dan 1 dag voor de dag van verhuur: de volle huursom.
Artikel 8 - Betaling
1. Bij het begin van de huur kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen.
2. De waarborgsom wordt in principe terug betaald binnen 1 werkdag nadat het gehuurde is
ingeleverd. De verhuurder kan de dan nog openstaande kosten verrekenen.
3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit ook met de waarborgsom verrekend. Dit
terugbetalen zal plaatsvinden zodra duidelijk is welk bedrag er over is. Het terugbetalen gebeurt
binnen twee maanden, maar in geval van schade aan derden binnen zes maanden.
4. Als een andere persoon schade van verhuurder heeft veroorzaakt en verhuurder heeft van deze
derde een volledige schadevergoeding hiervoor gekregen, dan wordt de waarborgsom binnen
14 dagen na het verhaal van de schade geretourneerd. Verhuurder zal zich inspannen om schade
veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de huurder op de
hoogte van zijn inspanningen.
5. Als de huurperiode binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst begint, dan kan de
verhuurder vooruitbetaling tot 50% van de huur vragen. Tenzij anders is overeengekomen, dient
de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode betaald te worden. Andere bedragen
moeten betaald worden binnen tien dagen na ontvangst van de factuur. De huurder dient het
verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet,
dan zendt de verhuurder na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en
geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze
betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen.
Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de verhuurder
gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan
de wettelijke rente. Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke
kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden
gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in
het voordeel van de huurder worden afgeweken.
Artikel 9 - Verplichtingen huurder
1. De huurder moet netjes met het gehuurde omgaan en zorgen dat hij het gehuurde gebruikt zoals
dat bedoeld is. Het is bijvoorbeeld verboden om het gehuurde te gebruiken op een circuit, op een
terrein waarvoor het gehuurde niet geschikt is, of op een terrein waarbij vermeld staat dat je er
voor eigen risico op gaat.
2. Huurder moet het gehuurde inleveren in dezelfde staat als hij het heeft ontvangen. Dat betekent
bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen aan het gehuurde ongedaan moet maken.
Huurder heeft geen recht op vergoeding als hij verbeteringen aan het gehuurde heeft gedaan die
verwijderd moeten worden.
3. Huurder moet de bagage aan/op het gehuurde zorgvuldig vastmaken en met zorg afdekken.
4. Huurder moet er op letten dat niet iemand met het gehuurde rijdt die hiertoe niet in staat is
vanwege een lichamelijke of geestelijke beperking. Dit geldt ook voor iemand die niet bevoegd is
om het trekkende voertuig te besturen. Huurder mag het gehuurde verder alleen aan iemand
geven, als deze als bestuurder op het huurcontract staat.
5. Huurder mag het gehuurde niet doorverhuren.
6. Het is huurder toegestaan het gehuurde buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen indien
het landen betreft die op de groene kaart van het trekkende voertuig vermeld staan, tenzij
schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.
7. Als het gehuurde kapot is, geldt artikel 10 lid 3 en mag de huurder het gehuurde niet meer
gebruiken als dit het erger maakt. Het gehuurde mag ook niet langer gebruikt worden, als dit
slecht is voor de verkeersveiligheid.
8. Huurder is verplicht om de bestuurder en de personen die hij het gehuurde laat gebruiken te
wijzen op de regels van de verhuur en er op te letten dat deze zich hier ook aan houden.
9. Huurder dient onder meer zorgvuldig om te gaan met de bij het gehuurde behorende sloten en
sleutels en de bij het gehuurde behorende documenten (zoals het kentekenbewijs en de
grensdocumenten).
10.Huurder moet een WA-verzekering hebben voor het trekkende voertuig waarmee het gehuurde
wordt getrokken.
Artikel 10 - Instructies voor de huurder
1. Huurder moet de bandenspanning van het gehuurde op niveau (laten) houden. Vraagt de verhuurder aan huurder om het gehuurde voor normaal onderhoud in te leveren, dan doet huurder dat,
wanneer dit op een normale manier voor hem te regelen valt. De vraag om het voertuig voor
onderhoud af te geven, wordt niet gesteld als de huurperiode een maand of korter is.
2. Huurder moet het gehuurde schoon terug geven. Doet huurder dit niet, dan kunnen de reële
schoonmaakkosten in rekening worden gebracht.
3. Is het gehuurde zichtbaar kapot, heeft het gehuurde iets beschadigd, of raakt het gehuurde
vermist, dan moet huurder deze instructies opvolgen.
- huurder informeert de verhuurder hierover;
- huurder doet dat wat de verhuurder aan hem vraagt;
- huurder geeft uit eigen initiatief of in reactie op een verzoek alle inlichtingen en relevante
documenten aan de verhuurder of aan diens verzekeraar;
- huurder laat het gehuurde zo achter, dat deze behoorlijk beschermd zal zijn tegen
beschadiging of vermissing;
- het kan zijn dat verhuurder schadevergoeding van iemand anders wil vragen. Het kan ook
voorkomen dat een derde persoon vindt dat verhuurder hem een schadevergoeding moet
betalen en dat verhuurder hier tegen in wenst te gaan. In dit soort gevallen moet huurder
meewerken.
4. Bij ongevallen, beschadiging of vermissing van het gehuurde is huurder daarnaast verplicht:
- om melding te doen bij de politie ter plaatse;
- om zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan
verhuurder over te leggen;
- om op geen enkele manier schuld te erkennen.
5. Huurder moet verhuurder zo spoedig informeren over:
- dat er iets gebeurd is waardoor er schade aan, of schade met of door het gehuurde is
gekomen, of dat dit soort schade best eens zou kunnen gaan ontstaan;
- het kapot gaan van het gehuurde;
- de vermissing van het gehuurde of van onderdelen/ toebehoren;
- dat huurder op een andere manier de macht over het gehuurde of over dat wat er bij hoort
kwijt is geraakt;
- dat er beslag is gelegd op het gehuurde;
en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd moet
worden.
6. Het kan zijn dat autoriteiten, zoals de politie, aan verhuurder vragen om te zeggen wie er op
een bepaald moment het gehuurde heeft bestuurd of gebruikt. Komt dit voor, dan moet
huurder zo snel mogelijk vragen van verhuurder beantwoorden.
Artikel 11- Verplichtingen verhuurder
1. Op het moment dat de verhuurder het gehuurde aan huurder meegeeft, heeft het gehuurde de
overeengekomen accessoires en specificaties en ook de in Nederland verplicht gestelde
uitrusting. De banden van het gehuurde hebben het juiste profiel. Ook zal het gehuurde de
juiste bandenspanning hebben. Het gehuurde zal schoon zijn, goed onderhouden zijn en voor
zover bij verhuurder bekend of kenbaar in technisch goede staat.
2. Verhuurder stelt samen met huurder voorafgaand aan de verhuur een rapport op waarbij
eventuele schade die zich al aan het gehuurde bevindt, wordt aangegeven.
3. Verhuurder geeft huurder de vereiste documenten mee, voor de start van de huurperiode.
4. Verhuurder zorgt dat er in het gehuurde een Nederlandstalige instructie ligt en ook een
overzicht van telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten openingstijden kan
melden.
5. Op het gehuurde staat te lezen op welk niveau de bandenspanning dient te worden gehouden.
6. Verhuurder inspecteert het gehuurde direct bij inlevering door huurder op eventuele schade.
Dit geldt zowel bij inlevering van het gehuurde bij de eigen vestiging als bij inlevering van het
gehuurde op een andere vestiging.
7. In geval van schade aan het gehuurde in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het
gehuurde voor rekening van verhuurder, tenzij het tweede lid van artikel 12 van toepassing is,
of tenzij partijen hebben afgesproken, dat het gehuurde niet in het buitenland gebruikt mag
worden.
Artikel 12 - Aansprakelijkheid van de huurder voor schade
1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het
huurcontract vermelde eigen risico. Bij het gehuurde tot 3500 kilogram is het eigen risico in
geval van bovenhoofdse schade maximaal € 1500,- . Bij de huur van een paardentrailer is het
eigen risico bij bovenhoofdse schade echter maximaal € 2000,-. Bij andere schadegevallen is
het eigen risico maximaal € 1000,-.
2. Wanneer de schade volgt uit iets wat de huurder in strijd met artikel 9 wel of niet heeft
gedaan, dan moet huurder de schade van verhuurder in principe volledig vergoeden. Een
eerste mogelijke uitzondering hierop is dat huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan
hem niet toegerekend kan worden. Een tweede uitzondering zou kunnen zijn dat het niet
redelijk en billijk is als de huurder alles moet vergoeden. Een derde uitzondering staat in lid 3.
3. Lid 2 geldt niet, als er volgens de voorwaarden van de WAM-verzekeringsovereenkomst
dekking bestaat voor de vermogensschade van de verhuurder die ontstaat omdat deze
verhuurder/ de kentekenhouder/ de verzekeraar van het gehuurde kan worden aangesproken
voor schade van iemand die met of door het gehuurde zelf persoonlijk gewond is geraakt, of
wiens eigendom beschadigd is.
4. Als huurder een andere persoon het gehuurde laat gebruiken, bijvoorbeeld omdat deze
persoon het trekkend voertuig bestuurt, is huurder aansprakelijk voor wat deze persoon doet of
juist niet doet in overeenstemming met artikel 12 lid 1 en 2 van deze algemene voorwaarden.
Ook al hadden deze personen niet de instemming van huurder voor hun gebruik.
Artikel 13 - Gebreken aan het gehuurde en aansprakelijkheid van de verhuurder
1. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit in
principe doen. Dit hoeft niet als een gebrek echt niet verholpen kan worden. Het hoeft ook niet,
wanneer huurder dit redelijkerwijs eigenlijk niet van verhuurder kan vragen, gelet op het geld
dat verhuurder hiervoor zou moeten uitgeven. Als huurder ten opzichte van verhuurder
aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek, hoeft de verhuurder de
gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om gevraagd.
2. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken door een gebrek aan het
gehuurde wanneer de totale waarde van die vervoerde zaken hoger is dan € 15.000,-, tenzij
dit hogere maximum bedrag is afgesproken.
Wanneer iemand die persoonschade heeft opgelopen deze schade heeft kunnen verhalen op
diens schadeverzekeraar of wanneer zo iemand hier een andere uitkering voor heeft gekregen,
dan is verhuurder niet aansprakelijk voor deze persoonschade.
3. Dat wat in artikel 13 lid 2 staat, gaat echter niet op als verhuurder bij het maken van de
huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten, of als er gebreken zijn ontstaan door
opzet of grove schuld van verhuurder.
Artikel 14 - Overheidsmaatregelen en informatie aan autoriteiten
1. De overheid kan tijdens de huurperiode een sanctie of een maatregel opleggen en huurder
moet dan voor de financiële gevolgen betalen. Dit geldt niet, wanneer deze zijn opgelegd
vanwege een defect dat het gehuurde al had toen de huurperiode begon, of wanneer ze te
maken hebben met omstandigheden die binnen de risicosfeer van de verhuurder liggen.
2. Krijgt verhuurder zo’n sanctie of maatregel opgelegd, dan moet huurder meteen wanneer
verhuurder hierom vraagt de schade vergoeden. Ook moet huurder dan de kosten van
administratie betalen, met een minimum van € 25,- (inclusief BTW). Verhuurder dient die
kosten zoveel mogelijk te beperken. Soms constateert de politie of een andere autoriteit een
verkeersovertreding. Men kan dan van verhuurder informatie gaan vragen over dat wat er is
gedaan of dat wat er nu juist niet is gedaan, terwijl dat wel had moeten gebeuren. Huurder
moet ook hier de kosten van betalen, vanaf € 10,- (inclusief BTW).
3. Als huurder dat wil, kan hij een kopie krijgen van het officiële document van een sanctie.
Artikel 15 - Beslag op het voertuig, vanwege administratief- / civiel- / strafrecht
1. Alle regels van de huurafspraak blijven bestaan, ook al is er beslag gelegd op het gehuurde. Zo
moet huurder bijvoorbeeld de huur blijven betalen. Dit totdat het gehuurde weer bij verhuurder
is teruggekomen, zonder een beslag. Dit geldt niet, als beslag is gelegd om iets dat in de
risicosfeer van verhuurder ligt.
2. Huurder betaalt de kosten vanwege zo’n beslaglegging.
Artikel 16 - Ontbinding van de huur
1. Verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen en het gehuurde terugnemen op het moment
dat:
- huurder tijdens de huurperiode een of meer van zijn verplichtingen niet, niet tijdig of niet
volledig nakomt, tenzij dit niet ernstig genoeg is voor een ontbinding;
- huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, in staat
van faillissement wordt verklaard of op hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van
toepassing wordt verklaard;
- verhuurder van het bestaan van omstandigheden afweet die van zodanige aard zijn dat hij
(als hij hiervan op de hoogte was geweest) de huurovereenkomst niet (op deze wijze) met
huurder zou zijn aangegaan. In dat geval kan verhuurder een vergoeding van kosten, schade
en rente blijven vragen.
2. Huurder zal alle medewerking aan verhuurder verlenen om het gehuurde terug te geven.
3. Wanneer huurder voor het begin van de huurperiode sterft, wordt de huur ontbonden.
4. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade van huurder ten gevolge van ontbinding op grond
van dit artikel.
Artikel 17 - Klachten en Bemiddelingsregeling
1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven
worden ingediend bij verhuurder, op tijd nadat huurder heeft ontdekt dat er naar zijn mening
iets niet goed is gegaan. Is huurder te laat, dan kan deze zijn rechten verliezen.
2. Wanneer blijkt dat huurder niet tevreden is met het resultaat van de klachtafhandeling door
verhuurder geldt het volgende. Huurder kan een geschil binnen zes weken na het ontstaan
voorleggen aan BOVAG Bemiddeling. De bemiddelingspoging gaat volgens een reglement dat
huurder en verhuurder vooraf ter kennis is gebracht. Het adres van BOVAG Bemiddeling is:
Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. Telnr. 030-659 53 95. De klacht moet wel gaan over de
uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden. Huurder kan er uiteraard ook
voor kiezen de klacht aan de geschillencommissie voor te leggen.
Artikel 18 - Geschillenregeling
1. Geschillen tussen huurder handelend voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of
beroepsactiviteiten vallen en verhuurder over totstandkoming of de uitvoering overeenkomsten
met betrekking tot door verhuurder te leveren of geleverde diensten en zaken, kunnen met
inachtneming van het hierna bepaalde, zowel door huurder als verhuurder worden voorgelegd
aan de Geschillencommissie Voertuigverhuur. Adres: De Geschillencommissie, Postbus 90600,
2509 LP te Den Haag (bezoekadres: Bordewijklaan 46, 2591 XR te Den Haag).
2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien
huurder zijn klacht eerst tijdig bij verhuurder heeft ingediend. Een geschil ontstaat indien de
klacht van huurder niet naar tevredenheid door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging
van BOVAG Bemiddeling is opgelost.
3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de datum
waarop de huurder de klacht bij de verhuurder indiende, schriftelijk of in een andere door de
Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze aanhangig worden gemaakt. Van een geschil is
sprake nadat de klachtafhandeling door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging van
BOVAG Bemiddeling niet is opgelost.
4. Wanneer de huurder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is verhuurder
aan deze keuze gebonden. Indien verhuurder een geschil aanhangig wil maken bij de
Geschillencommissie, moet hij huurder vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij
daarmee akkoord gaat. Verhuurder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken
van de voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken.
5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar
geldende reglement. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden krachtens dat
reglement bij wege van bindend advies. Het reglement wordt desgevraagd toegezonden. Voor
de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van
geschillen kennis te nemen.
Artikel 19 - Nakomingsgarantie
1. BOVAG staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen door haar leden indien
verhuurder geen gevolg geeft aan het bindend advies, tenzij het lid besluit het bindend advies
binnen twee maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen en
het vonnis waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart in kracht van
gewijsde is gegaan.
2. De garantstelling van BOVAG betreft een door BOVAG uit te keren bedrag van maximaal
€ 1000,- tegen cessie van de vordering van huurder. Bij bedragen groter dan € 1000,- per
geschil, keert BOVAG onder dezelfde voorwaarden het maximale bedrag van € 1000,- uit aan
huurder. Voor het meerdere wordt huurder aangeboden om zijn vordering aan BOVAG te
cederen, waarna BOVAG de betaling daarvan zo nodig in rechte zal vragen. BOVAG verbindt
zich in dat geval om geïncasseerde gelden aan huurder over te dragen.
3. De garantstelling bedoeld onder lid 2 geldt niet indien een rechter het bindend advies
vernietigt. In geval van faillissement, surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van
verhuurder keert BOVAG alleen een bedrag tot maximaal € 1000,- per geschil uit en geldt de
garantstelling alleen als huurder aan de formele verplichtingen heeft voldaan om het geschil bij
de Geschillencommissie Voertuigverhuur aanhangig te maken voordat van een dergelijke
situatie sprake is.
Artikel 20 - Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder
De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als
verantwoordelijke in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens verwerkt in een
persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder op sancties en maatregelen
zoals bedoeld in art. 14 reageren, uitvoering geven aan deze voorwaarden, de overeenkomst
uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder
of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Huurder en bestuurder kunnen om inzage en
correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen.
Betreft het direct mailing, dan zal een dergelijk protest steeds worden gehonoreerd.
Als verhuurder meedoet aan het Waarschuwing Systeem ELENA (ELENA), dan kunnen de
persoonsgegevens ook hier in verwerkt worden. BOVAG (postadres: Postbus 1100, 3980 DC te
Bunnik) is hier namens haar afdeling Verhuurbedrijven en naast de verhuurder verantwoordelijke
voor. De persoonsgegevens van huurder/proefritmaker/bestuurder kunnen in ieder geval worden
opgenomen als het gehuurde wordt verduisterd, als de huur niet of niet helemaal wordt betaald
en als er met opzet schade komt aan het gehuurde. Zie voor een volledige opsomming
www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen deze personen om inzage en om correctie vragen en
ook schriftelijk hun protest doen.
Artikel 21 - Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingend recht
het recht van een ander land van toepassing is.
Verkeersboete: Als er een verkeersboete op uw gehuurde aanhanger komt te staan wordt er €15,- administratiekosten extra in rekening gebracht.